Dit is mijn verslag over het grootste avontuur van mijn leven. Het verslag is lang, zo lang als de tocht zelf. Ik schrijf het enerzijds als therapie en anderzijds als de lofzang voor mijn alter sport ego (frank de tank) Ik begon in 2019 met 100 mijlers te lopen en het blijkt toch een beetje mijn dingetje zijn. Loop je 4 wedstrijden van deze organisatie in 1 jaar tijd, heb je een slam te pakken, 2019 - 2020 is mijn slam jaar. The Great Escape en Bello Gallico gingen voortreffelijk.
We amuseren ons, klungelen wat en worden ingehaald. Mike is super gezelschap, ik kan hem aan iedereen aanraden. We zijn moe, maar nog minstens even sterk en zo gaan we verder. Het weer valt best mee. Mike heeft enkel last met het afdalen, omhoog gaat prima. Na een hele poos is er een soort wiskundige tijdsformule die ontploft in mijn hoofd. Als we aan dit tempo voort bewegen, samen met de nodige rust in het volgende CP, zullen we slechts 1 uur buffer hebben op de cut off! En dan hebben we nog meer km, hoogte meters, vermoeide benen en een nacht erboven op. Dat spoort absoluut niet met de tank zijn missie en ik blaas de oorlogsmissie nieuw leven in. Er ontploffen adrenalinepompen in mijn hersenen en zonder moeite sprint ik naar de 2 koppels die ons eerder op de dag inhaalden langs de geile zwanen. Steven en Gio en Thomas en Matthias moeten eraan geloven. Ik maak op korte tijd veel tijd goed en na herberekening kan ik met 2 uur buffer de cut offs vermijden. Dat valt te pruimen en de tank valt weer in slaap in de voetsporen van Thomas en Matthias.
In het laatste CP geniet ik van de aandacht van vrouw en kinderen en beetje bij beetje kom ik terug op krachten. De kledingkeuze is wel triestig, bijna alles is nat en ik moet improviseren met basis laagjes en reserve kledij in de rugzak. Vlug vlug pak ik mijn doorweekte handschoenen mee. Hier had ik beter keuzes kunnen maken, ze werden me bijna fataal.
Voor het thuisfront heb ik nog 1 mentale tip die ik kreeg van mijn zoon:
Door de slam krijg ik maar 2 maanden voorbereiding voor de Legends trail, een non-stop wedstrijd van 260 km lopen met meer dan 8000 hoogtemeters op maximaal 65 uur tijd (route). Slapen doe je buiten en er zijn geen pijltjes voor handen. Ik maak in deze periode een paar nieuwe vrienden aan zoals Addie, Merijn, Ivo en Thomas. Elk met zijn eigen karakter, ervaring en goede raad. Een lopende mensch moet niet veel meer wensen.
Ik krijg wel met een paar kleine tegenslagen te kampen. Een omgeslagen enkel, een val met gescheurde broek en openstaande wonde, niet zo plezant. Maar zulke akkefietjes
krijgen mij niet klein, ze dwingen me wat meer rust te nemen. Ook uit de King of the Hill Extreme 2 weken voor de finale leer ik nog veel bij. Schuiven in de modder kan voor stijve beentjes zorgen. Maar ja, ik ben er klaar voor. Slapen, en voorbereiden is nog het enigste dat ik kan doen.
Vrijdag
Thomas komt aan met ne snotneus, ik sta moe op, mij pa brengt me. We zien Addie en Merijn. Het zal wel lukken zeker. Het startschot weerklinkt. Al na 1 km zitten we op de verkeerde route, tja de leider best niet volgen, hij gebruikt enkel de kaart. Door wat foto's te trekken raak ik achteraan bij de vrouwenmeute. Toch ietsjes te gezellig daar, ik moet wat tempo maken.
Beetje bij beetje haal ik volk in en besluit mijn gsm af te sluiten om batterij te sparen. Ik haak aan bij een groepje goede lopers, maar ik krijg ze er net niet af op dit verrekte parcours. Steven de Schutter, Giovanni, en Jeremy lopen met me mee. Weet ik veel dat deze klassebakken allen zullen finishen 🥴. Gsm opzetten voor een status update. En bam.... Pincode lock, ik was vergeten dat ik nieuwe provider had. Geen muziek, geen thuisfront, boehoe hoe. Tankt voelt zich behoorlijk stom.
Ik loop verder en kom uiteindelijk bekende gezichten tegen. Addie, Thomas, Matthias en Mike Bruce. Tanker Addie regelt dat de tank weer kan communiceren met de thuisbasis, waarvoor 1000 maal dank, zo is lopen toffer. We halen drank in een café, ze vragen waar we naartoe lopen, euuh goede vraag. De ahele Ardennen zeker :-) Cp1 op 60 km is in zicht.
Zaterdag
In CP1 bekijk ik mijn voeten, beikes ik ga bijna over mijn nek. Loopgraaf voeten in het vizier, of valt het nog mee? Pijn heb ik niet en er is verzorging. Voor het eerst maak ik kennis met de zaligheden van de organisatie. Ze zorgen ervoor dat de loop zelf episch is: lang, hard, zwaar brak terrein, in het top orkaanseizoen, maar in de checkpoints is niks hun teveel. Service to the next level.
Addie, Mike, Jeremy en 2 sympathieke Denen (Ras en Poul) zetten er stevig de pas in. Onderweg rapen we Marjan de Roemeen op. Een man met veel ideetjes, en passie. Maar ook veel slaapgebrek. Deze etape is de langste, met de meeste hoogtemeters. De muur van Aywaille, de Chefna, de Ninglispo in een sausje van natte voeten, zorgen ervoor dat de beentjes goed getest worden. We zullen niet met al te veel overschot eindigen. Plots heeft Jeremy er genoeg van en duwt op de gaspedaal. Die zien we niet meer terug, de 2 Denen verdwijnen mee in zijn stofwolk. Addie, Mike en ik lopen de etappe rustig uit. Maar eerst gaat Mike ne keer goed tegen de vlakte en gebruikt zijn knie als stootkussen. Het licht gaat weer uit, de nacht van zaterdag valt. Het weer begint de keren, de uitgestelde storm wakkert aan. We zijn nu ongeveer 24 uur bezig en zitten op 124 km.
Na CP2 lopen we de hoge Venen tegemoet. Een etape van 38 km vatsige troep, maar in goed gezelschap. Marjan heeft rare pijntjes en Addie blijft veel sneller vooruitgaan. Tegen het einde van deze etappe naar 160 km is veel duidelijk geworden. De helderheid verdwijnt, ik ben dood op. Mike moet me tot 2 maal toe redden met de navigatie. Ik ben wel niet de enige die last heeft van slaap deprivatie, Leif den dolende Barkley Noor is me ondertussen in zowat alle richtingen voorbij gehost. Omhoog als het rechtdoor moet, rechtdoor als ie moet dalen. Deze 38 km hebben ons heel veel tijd gekost. Addie is niet meer te houden, hij reist solo door, op weg naar de best mogelijke plaats. Wie weet kan hij Jeremy nog inhalen? De vliegende Hollander roetcht weg.
Zondag
Op CP 3 eet ik weinig, ik geef per ongeluk bevelen ipv. vragen voor hulp, ik moet dringend onder de wol. Maar wol is een eufemisme, denk aan kletter regen, natte tegels met daar een verzopen matje op. Ik kruip in een slaapzak omhuld door een slecht sluitende slappe slaapzak-condoom. Het duurt veel te lang eer ik er deftig in zit en het voelt absoluut niet comfortabel. Slapen, hoe doe je dat als je dood moe bent? Ik neem een beeld voor mijn ogen en begin te dagdromen. Is dit een bad trip? Een droom? Bivak gestaar?
Heb ik echt geslapen?
Wie zal het zeggen? Ik kom terug tot besef, zwaar en diep ademhalend, minstens een soort reset van mijn hersenstam. Dju ik moet plassen. Eruit dan maar, ik moet me klaarmaken voor de laatste 100 km. Ergens was deze microslaapervaring therapeutisch en verfrissend tegelijkertijd, we kunnen er weer tegen. Hup met Mike lekker 40 km op tocht.
Vrouw en kinderen in vizier? Is dit een fantasie? Een fata morgana? Hallucinaties? De beste dag van mijn leven? Wat een geweldig plan, Tine heeft zich me de kindjes op het best mogelijke ogenblik van de hele race opgesteld. Ze praten me nieuw moed in, knuffelen me recht en sturen me verder naar ons nieuwe rendez-vous point. Nog 10 km en de tank kan bijtanken in neutrale zone.
Maandag
In de laatste etape van 60 km komen we direct in zware vochtige wind terecht, ijskoud gewoon. Ik laat mijn 2 gidsen navigeren en hang maar wat aan. Er is zelfs een fotosessie geregeld. Maar de storm blijft duren. Thomas, Mathias en ik koelen heel snel af. We besluiten om bij een huis om hulp te vragen. Treuzelen is niet goed, we krijgen we het er alleen kouder van. Net op tijd vindt Thomas een vrouw die 3 föhners heeft liggen, salontrailerkes da wij zijn. Snel opwarmen en baselayers in de juiste volgorde steken is de boodschap. Ik heb niet de juiste kleren mee, de foute natte handschoenen, mijn gekregen poncho vergeten en ik zit met een doorweekte KW en tussenlaag. Dit kan nog knap lastig worden. Nu lopen we wel tegen de wind in, waardoor we de koude iets minder voelen, maar mijn armen krijgen nog de volle laag. Plots zien we een schuur en is er een genie dat oppert om onze rescue bag te gebruiken als kledings-buffer. Ultra goed idee, ik vind nog een ongebruikte vuilzak en maak er een beste vriend van voor de rest van deze barre tocht. De buffer helpt en ons tempo was hoog. Nog maar een marathon en we hebben tijd genoeg. Vuilbak racer in hart een nieren.
We enteren partytent Chez Ingo, een bonus checkpoint met koffie, cola en krokskes. Dat doet deugd, maar we mogen niet treuzelen. En hopsakee, het punt op min 12 km is op tijd binnen. Deze kilometers gaan traag vooruit, met veel hoogtemeters kom ik uiteindelijk boven de Everest terecht. Alles is nat, de rotsen, de modder, de oever, mijn onderbroek,... Gio, Matthias, Thomas en ik hiken de laatste 5 km naar de eindmeet. Het is binnen, we eindigen allen 5des denken we. Maar how how how dat is buiten Adriaan gerekend, geen salonremise voor ons.
Als een ridder die zijn paard moet inhalen raast hij voorbij. Ik loop er snel naartoe en wijs hem op zijn denkfout. We waren van plan samen te eindigen. No way chozeej zegt ie. Hij heeft deze tocht al genoeg hulpbehoevenden voort gesleurd. Nu wil hij knallen, hij is al 3 uur alles aan het geven en denkt er niet aan om nu in te binden. Ik mag wel voor mijn plaats strijden.
Weer ontploft er iets in mijn hersenschors. Een strijd na 268 km? Een sprint op leven en dood? Of voor de 5de plaats? Waarom niet, de tank heeft dit nog nooit gedaan. Maar een potje oorlogsvoering in het heetst van de strijd, daar zegt ie geen nee tegen. Adrenaline zorgt ervoor dat alle vermoeidheid weg valt, ik lijk te zweven over de laatste Legends obstakels. Omstaanders zien 2 lopers verdwijnen in een wolk van heldenstof. Dwars door de plassen, over boomstronken lopen we zij aan zij. Adriaan heeft een hele fiere, sterke tred. Ik doe mijn best hem net telkens een stap voor te blijven. Alfa mannetjes ;-) Dan komt de muur van Wibrin in het zicht. De tank bijt zich in de heuvel en geeft niet op, Adriaan sneuvelt aan de voet. Victory is mine, puffend en hijgend triomfeer ik boven aan de helling. Ik zie mijn vader en kom moe maar voldaan binnen. Per ongeluk doet mijn tracker raar en voorlopig sta ik op de 5 de plek, terwijl Adriaan plek 4 krijgt. Blijkbaar is onze slaapdronken Noor iets te veel mis gelopen en teruggestuurd door Tim de race director.
Dit nemen ze me nooit meer af. Ik behoor nu tot een select clubje van Legends finishers. 15 van de 52 lopers zijn erin geslaagd de tocht te voltooien binnen de gesteld tijdslimiet. Bedankt Adriaan voor deze eindstrijd. Bedankt aan iedereen die me steunde, stip kijkend of via de sociale media. Ik ben zeer tevreden van dit avontuur. Het was het mooiste, hardste, langste en meest memorable loopweekend ooit van mijn leven. Dank aan mijn schoenen, mijn horloge, mijn kreuner klakske, mijn rugzak en de vuilzak. Volgende keer zorg ik voor professionelere klederdracht en ga ik voor slimmere voet verzorging. Dank aan alle vrijwilligers zoals Frank Lintermans, dank aan Seroto om mij op dit pad te zetten. Dank aan Adam en Rik voor het licht in de duisternis.
Rob : Papa als je het zwaar hebt tijdens de race, denk dan hier aan. Het is zwaar om je huiswerk te maken, maar het einde is altijd in zicht!
Elke keer als ik aan die grappige laatste kilometers denk, moet ik al dan niet luidop lachen. Frank, zo'n finish is toch véél mooier dan de salonremise waar je voor getekend had! Chapeau man, jouw tank was nog bijlange na niet leeg!!!
BeantwoordenVerwijderenMooi verslag van een hallucinant epos.
BeantwoordenVerwijderenLeve de tank
Super goed! Trotse collega!
BeantwoordenVerwijderen